Bayrischer Gebirgsschweisshund
Hier lees je alles over de Bayrischer Gebirgsschweisshund.
Bayrischer Gebirgsschweisshund
De Bayrischer Gebirgsschweisshund stamt uit de 19e eeuw. Hij is afkomstig uit Duitsland. De voorouders van de Bayrischer Gebirgsschweisshund zijn de Hannoverscher Schweisshund en de rode Brak. Voor de jacht op steenbok en gems werd de Bayrischer Gebirgsschweisshund gebruikt. Momenteel wordt de Bayrischer Gebirgsschweisshund gebruikt door de boswachter en professionele jagers.
Schofthoogte
- Reu 47 – 52 cm
- Teef 44 – 48 cm
Gewicht
20 – 25 kg.
Verschijning
Middelgrote hond, lang lijf.
Aard
Rustig, trouw, zelfverzekerd.
Ogen
Niet groot.
Kleur: bruin.
Mond
Kaken: sterk.
Gebit: schaargebit. Tanggebit is toegestaan.
Hals
Niet lang.
Voorhand
Recht.
Gespierd.
Lichaam
Borst: niet breed.
Ribbenkast: ovaal.
Rug: gespierd.
Lendenen: kort, gespierd.
Buik: iets opgetrokken.
Croupe: lang.
Achterhand
Gespierd.
Voeten
Tenen: gesloten.
Nagels: zwart.
Staart
Aanzet: hoog.
Wordt horizontaal of naar beneden gedragen.
Kleur
Rood, bruin, rood-bruin, geel, geel-rood, grijs-rood, eventueel met vlekken.
Oren, masker: donker.
Vacht
Dicht.
Uitsluitende fouten
Neus: vleeskleur.
Gebit: onder-, overbijt.
Rug: doorgezakt.
Afwijkend gedrag.
Belangrijk over de Bayrischer Gebirgsschweisshund
Reuen: twee testikels moeten goed ingedaald zijn in het scrotum.
Video over de Bayrischer Gebirgsschweisshund
Inhoud